Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- kompensieren:
- Kompensieren:
-
Wiktionary:
- kompensieren → compensar
Duits
Uitgebreide vertaling voor kompensieren (Duits) in het Spaans
kompensieren:
kompensieren werkwoord (kompensiere, kompensierst, kompensiert, kompensierte, kompensiertet, kompensiert)
-
kompensieren (ersetzen; vergüten; erstatten; ausgleichen; wiedergutmachen; gutmachen; einbringen; entgelten; sühnen; belohnen; honorieren; abbüßen)
recompensar; compensar; remunerar; resarcir de-
recompensar werkwoord
-
compensar werkwoord
-
remunerar werkwoord
-
resarcir de werkwoord
-
Conjugations for kompensieren:
Präsens
- kompensiere
- kompensierst
- kompensiert
- kompensieren
- kompensiert
- kompensieren
Imperfekt
- kompensierte
- kompensiertest
- kompensierte
- kompensierten
- kompensiertet
- kompensierten
Perfekt
- habe kompensiert
- hast kompensiert
- hat kompensiert
- haben kompensiert
- habt kompensiert
- haben kompensiert
1. Konjunktiv [1]
- kompensiere
- kompensierest
- kompensiere
- kompensieren
- kompensieret
- kompensieren
2. Konjunktiv
- kompensierte
- kompensiertest
- kompensierte
- kompensierten
- kompensiertet
- kompensierten
Futur 1
- werde kompensieren
- wirst kompensieren
- wird kompensieren
- werden kompensieren
- werdet kompensieren
- werden kompensieren
1. Konjunktiv [2]
- würde kompensieren
- würdest kompensieren
- würde kompensieren
- würden kompensieren
- würdet kompensieren
- würden kompensieren
Diverses
- kompensier!
- kompensiert!
- kompensieren Sie!
- kompensiert
- kompensierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor kompensieren:
Synoniemen voor "kompensieren":
Wiktionary: kompensieren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• kompensieren | → compensar | ↔ compenseren — iets goed (proberen te) maken, terug in balans brengen |
Kompensieren:
-
Kompensieren (Vergüten; Ausgleichen)
Vertaal Matrix voor Kompensieren:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
arreglo | Ausgleichen; Kompensieren; Vergüten | Abmachung; Abrechnen; Abrechnung; Anordnung; Anpassen; Ausbesserung; Ausgleichen; Beilegung; Bestimmung; Einigung; Einrichten; Einstellen; Erledigung; Flickarbeit; Fügung; Gutmachen; Justierung; Nachstellung; Ordnung; Regeln; Regelung; Regulierung; Reparatur; Reparaturarbeit; Restauration; Rückerstatten; Schlichtung; Spielregel; Vereinbarung; Vergleich; Vergüten; Verrechnung; Wiederherstellung |
compensación | Ausgleichen; Kompensieren; Vergüten | Arbeitslohn; Ausgleich; Begleichung; Beihilfe; Beistand; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Entgegenkommen; Entschädigung; Ersatz; Ersatzleistung; Gegendienst; Gegenleistung; Genugtuung; Indemnität; Kompensation; Kompensierung; Schadenersatz; Schadensersatz; Schadensersätze; Subvention; Unterstützung; Vergütung; Wiedergutmachungsleistung; Zufriedenstellung; Zulage; Zuschuß; Zuwendung |
Computer vertaling door derden: