Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Anschwellung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anschwellung (Duits) in het Spaans

Anschwellung:

Anschwellung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anschwellung (Ausdehnung)
    la dilatación; la hinchazón

Vertaal Matrix voor Anschwellung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dilatación Anschwellung; Ausdehnung Aufschluß; Ausdehnung; Ausweisung; Erhöhung; Erweiterung; Vergrößerung
hinchazón Anschwellung; Ausdehnung Aufgeblasenheit; Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Beule; Deklamation; Geschwollenheit; Höcker; Knorren; Quetschung; Quetschwunde; Schwellung; Verdickung; Wulst

Wiktionary: Anschwellung


Cross Translation:
FromToVia
Anschwellung inflamación swelling — the state of being swollen
Anschwellung giba; joroba; córcova; tuberosidad; tubérculo bosseenflure, tumeur sur une région osseuse, causer par un choc ou une contusion.

Computer vertaling door derden: