Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: erschüttern

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: erschüttern

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Erschüttern:
- golpes; sacudidas; trompicones
erschüttern:
- escandalizar; causar escándalo; temblar; tiritar; asustar; dar un susto
Wiktionary:
- erschüttern → consternar, agitar, remover, mover, conmover, emocionar, estremecer, sacudir, perturbar

Duits

Uitgebreide vertaling voor erschüttern (Duits) in het Spaans

Erschüttern:

Erschüttern [das ~] zelfstandig naamwoord

Erschüttern (Rücke)
el golpes; la sacudidas; el trompicones
- golpes [el ~] zelfstandig naamwoord
- sacudidas [la ~] zelfstandig naamwoord
- trompicones [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Erschüttern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
golpes	Erschüttern; Rücke	Dröhnen; Hiebe; Knallen; Mißgeschick; Rückschläge; Schläge; Schubs
sacudidas	Erschüttern; Rücke
trompicones	Erschüttern; Rücke

erschüttern:

erschüttern werkwoord

erschüttern (schockieren)
escandalizar; causar escándalo
- escandalizar werkwoord
- causar escándalo werkwoord
erschüttern (hin und her bewegen; stoßen; beben; vibrieren)
temblar; tiritar
- temblar werkwoord
- tiritar werkwoord
erschüttern (erschrecken; schockieren; einen Schreck einjagen)
asustar; dar un susto
- asustar werkwoord
- dar un susto werkwoord

Vertaal Matrix voor erschüttern:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
temblar		Beben; Erschütterung
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
asustar	einen Schreck einjagen; erschrecken; erschüttern; schockieren	abschrecken; auffahren; aufschrecken; bedrohen; drohen; einschüchtern; hochschrecken
causar escándalo	erschüttern; schockieren	Anstoß erregen
dar un susto	einen Schreck einjagen; erschrecken; erschüttern; schockieren	bedrohen; drohen; einschüchtern
escandalizar	erschüttern; schockieren	bestrafen; blamieren; entgegenhalten; jemandem blamieren; jemandem einen Vorwurf machen; nachtragen; rügen; tadeln; verweisen; vorhalten; vorwerfen; zurechtweisen
temblar	beben; erschüttern; hin und her bewegen; stoßen; vibrieren	beben; bibbern; durchzucken; frösteln; schwabbeln; vibrieren; zittern; zucken
tiritar	beben; erschüttern; hin und her bewegen; stoßen; vibrieren	grausen; sich grausen; sich gruseln

Wiktionary: erschüttern

Cross Translation:

From	To	Via
• erschüttern	→ consternar	↔ verbijsteren — in verwarring of extreme verbazing brengen
• erschüttern	→ agitar	↔ shake — transitive: to disturb emotionally
• erschüttern	→ remover; mover; conmover; emocionar	↔ remuer — mouvoir, déplacer.
• erschüttern	→ estremecer; sacudir	↔ ébranler — amener par des secousses une chose à ne plus être dans une ferme assiette.
• erschüttern	→ conmover; emocionar; agitar; perturbar	↔ émouvoir — provoquer une émotion.

Computer vertaling door derden: