Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Berufung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Berufung (Duits) in het Spaans

Berufung:

Berufung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Berufung (Mission; Sendung; Delegation)
    la misión
    • misión [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Berufung (Appell)
    la manzana
    • manzana [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Berufung (Appell)
    el apelación

Vertaal Matrix voor Berufung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apelación Appell; Berufung Anrufung; Apell; Appell; Appellieren; Beruf; Branche; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Kaufhandel; Wirtschaft
manzana Appell; Berufung Apfel
misión Berufung; Delegation; Mission; Sendung Ablieferung; Anweisung; Arbeit; Aufgabe; Auftrag; Auslieferung; Befehl; Beförderung; Beschäftigung; Besorgung; Bestellung; Einschickung; Einsendung; Erlaß; Freizeitbeschäftigung; Instruktion; Kommando; Leistung; Lieferung; Sendung; Tat; Tätigkeit; Versand; Versandung; Versendung; Weisung; Zustellung; Zwangsbefehl

Synoniemen voor "Berufung":


Wiktionary: Berufung

Berufung
noun
  1. Rechtsmittel gegen einen Bescheid oder ein Gerichtsurteil
  2. Ernennung in ein öffentliches Amt von Kirche oder Staat (Höchstrichter, Priester, Universitätsprofessor usw.) oder Anstellung eines Künstlers (Dirigent, Theaterdirektor, Schauspieler, Musiker usw.)
  3. der Verweis auf jemanden oder etwas
  4. besondere Befähigung, die jemand als Auftrag empfindet

Cross Translation:
FromToVia
Berufung nombramiento appointment — act of appointing; designation of a person to hold an office
Berufung vocación roeping — een taak waarvoor een persoon zich verplicht voelt, vaak met religieuze invloed
Berufung nombramiento benoeming — het toewijzen van een ambt aan iemand
Berufung uso; apelación; recurso recoursaction par laquelle on rechercher de l’assistance, du secours.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Berufung