Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Fakt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fakt (Duits) in het Spaans

Fakt:

Fakt

  1. Fakt
    el dato
    • dato [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Fakt
    el hecho
    • hecho [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Fakt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dato Fakt Tatsache; Wissensvermittlung; bekannte Tatsache
hecho Fakt Begebenheit; Eintreten; Ereignis; Geschehen; Tatsache; Vorfall; Vorgang; bekannte Tatsache
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hecho beendet; ermattet; ermüdet; erschaffen; fertig; gemacht; geschaffen; kreiert; vollendet

Synoniemen voor "Fakt":


Wiktionary: Fakt

Fakt
noun
  1. tatsächlich bestehender Umstand, unumstößliche Tatsache

Cross Translation:
FromToVia
Fakt hecho fact — an honest observation