Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Festtag

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Festtag

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Festtag:
- día festivo; celebración anual; aniversario; fiesta anual; festival; día libre
Wiktionary:
- Festtag → día de fiesta, día festivo

Duits

Uitgebreide vertaling voor Festtag (Duits) in het Spaans

Festtag:

Festtag [der ~] zelfstandig naamwoord

der Festtag (Jahresfest; Feiertag; Feier; Fest; Geburtstag)
el día festivo; la celebración anual; el aniversario; la fiesta anual; el festival
- día festivo [el ~] zelfstandig naamwoord
- celebración anual [la ~] zelfstandig naamwoord
- aniversario [el ~] zelfstandig naamwoord
- fiesta anual [la ~] zelfstandig naamwoord
- festival [el ~] zelfstandig naamwoord
der Festtag (Feiertag; Ferientag)
el día libre
- día libre [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Festtag:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aniversario	Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest	Geburtsdatum; Geburtstag; Gedenktag; Gedächtnistag; Jahrgedächtnis; Jubiläum
celebración anual	Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest
día festivo	Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest	Feiertag; Fest; Festival; Festlichkeit; Fete; Musikfest; Party; gesetzlicher Feiertag
día libre	Feiertag; Ferientag; Festtag	Ferientag; Urlaubstag
festival	Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest	Fest; Festival; Musikfest
fiesta anual	Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest

Synoniemen voor "Festtag":

Fest; Begebenheit; Ereignis; Geschehnis; Vorfall; Vorgang; Vorkommnis
Feiertag; Ruhetag; Datum; Zeitangabe; Zeitpunkt

Wiktionary: Festtag

Festtag

noun

ein Tag, an welchem aufgrund eines Ereignisses gefeiert wird
- Festtag → día de fiesta; día festivo

Verwante vertalingen van Festtag

hoher Festtag