Duits

Uitgebreide vertaling voor Käfig (Duits) in het Spaans

Käfig:

Käfig [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Käfig (Vogelkäfig; Verschlag; Vogelbauer)
    el alcahaz; la jaula de pájaros; la pajarera
  2. der Käfig (Verschlag)
    la taquilla; la jaula; la masilla; el pegamento; la caseta de animal; el trastero; la casilla; la cabaña; el recuadro; el gallinero; la garita; la pocilga; la zahurda; el zaquizamí; el lóculo
  3. der Käfig (Vogelkäfig)
    la pajarera; la jaula de pájaro

Vertaal Matrix voor Käfig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alcahaz Käfig; Verschlag; Vogelbauer; Vogelkäfig
cabaña Käfig; Verschlag Baracke; Baubaracke; Baubude; Bauhütte; Bruchbude; Häuschen; Hütte; Kabine; Kabuff; Scheune; Schuppen; Schäferhütte; Stall; Verschlag; Zimmerchen; kleine Schäferhütte
caseta de animal Käfig; Verschlag
casilla Käfig; Verschlag Baracke; Beruf; Branche; Bruchbude; Erwerb; Gewerbe; Handel; Handwerk; Häuschen; Hütte; Kaufhandel; Kontrollkästchen; Schuppen; Verschlag; Wirtschaft; kleines Fach
gallinero Käfig; Verschlag Hühnerhändler; Hühnerstall; Hühnerzüchter; Hütte; Schuppen; Stall; Verschlag
garita Käfig; Verschlag Baracke; Bruchbude; Hütte; Pförtnerloge; Schuppen; Verschlag; Wachttürme
jaula Käfig; Verschlag Baracke; Bruchbude; Hütte; Schuppen; Stall; Verschlag
jaula de pájaro Käfig; Vogelkäfig
jaula de pájaros Käfig; Verschlag; Vogelbauer; Vogelkäfig
lóculo Käfig; Verschlag Schuppen; Verschlag
masilla Käfig; Verschlag Ausschank; Café; Fensterkitt; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Glaserkitt; Grundiermasse; Kneipe; Krug; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Schuppen; Spachtelmasse; Verschlag; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
pajarera Käfig; Verschlag; Vogelbauer; Vogelkäfig Nistkasten; Vogelhaus; Volière
pegamento Käfig; Verschlag Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Klebemittel; Kneipe; Krug; Leim; Lokalität; Schankwirtschaft; Schenke; Schuppen; Verschlag; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
pocilga Käfig; Verschlag Chaos; Durcheinander; Hundezwinger; Hütte; Kram; Krempel; Plunder; Sammelsurium; Sauwirtschaft; Schuppen; Schweinestall; Stall; Verschlag
recuadro Käfig; Verschlag Bereich; Fensterbereich; Schuppen; Verschlag
taquilla Käfig; Verschlag Schuppen; Verschlag
trastero Käfig; Verschlag Baracke; Bruchbude; Hütte; Schuppen; Verschlag
zahurda Käfig; Verschlag Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune; Schuppen; Verschlag
zaquizamí Käfig; Verschlag Baracke; Bruchbude; Hütte; Kabuff; Scheune; Schuppen; Verschlag

Synoniemen voor "Käfig":


Wiktionary: Käfig

Käfig
noun
  1. Behälter oder Einrichtung, um Lebewesen gefangen zu halten, häufig mit einem Gitter versehen

Cross Translation:
FromToVia
Käfig jaula cage — enclosure

Computer vertaling door derden: