Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Münze

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Münze

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Münze:
  2. Mûnze:
  3. münzen:
  4. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor Münze (Duits) in het Spaans

Münze:

Münze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Münze (Geldstück; Pfennig; Geldsorte)
    la moneda; el penique; la ficha; la espiga; la clavija; la insignia
    • moneda [la ~] zelfstandig naamwoord
    • penique [el ~] zelfstandig naamwoord
    • ficha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espiga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • clavija [la ~] zelfstandig naamwoord
    • insignia [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Münze (Geldstück; Geld; Gulden; Marke)
    la moneda
    • moneda [la ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Münze (Münzsorte)
    el mortero de menta
  4. die Münze (Erkennungsmarke; Pfennig; Marke; Gulden)
    la insignia

Vertaal Matrix voor Münze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
clavija Geldsorte; Geldstück; Münze; Pfennig Anstecknadel; Ausschank; Bolz; Brieftasche; Café; Falle; Feder; Flaum; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Geldbeutel; Geldbörse; Griffel; Haarnadel; Keil; Klammer; Klammerhaken; Klampe; Klemme; Klemmhefter; Kneipe; Krampe; Krug; Lokalität; Milbe; Nadel; Nagel; Pflock; Portemonaie; Schankwirtschaft; Schenke; Sicherheitsnadel; Sicherheitsstift; Sicherungsschraube; Spange; Spieß; Stecknadel; Stift; Wirtschaft; Wirtshaus; Zapfen; kleine Nadel
espiga Geldsorte; Geldstück; Münze; Pfennig Anstecknadel; Bolz; Feder; Flaum; Griffel; Haarnadel; Keil; Kugelschreiber; Kuli; Nadel; Nagel; Pflock; Spange; Spieß; Stecknadel; Stift; Zapfen; kleine Nadel; Ähre
ficha Geldsorte; Geldstück; Münze; Pfennig Anstecknadel; Cent; Erinnerungsmünze; Fels; Felsen; Gedenkmünze; Haarnadel; Nadel; Pfennig; Registerkartenseite; Schliff; Spange; Stammkarte; Stecknadel; Stein; Zettel; kleine Nadel
insignia Erkennungsmarke; Geldsorte; Geldstück; Gulden; Marke; Münze; Pfennig Abzeichen; Anstecknadel; Auszeichnung; Dekoration; Ehrenzeichen; Einkleidung; Einrichtung; Erkennen; Formgebung; Gestaltung; Haarnadel; Orden; Ordenszeichen; Pin; Stecknadel; Unterscheidung; Unterscheidungsmerkmal; Unterscheidungszeichen; Unterscheinungszeichen; Vignette; Zeichen
moneda Geld; Geldsorte; Geldspecie; Geldstück; Gulden; Marke; Münze; Pfennig Deut; Geld; Geldsorte; Geldsorten; Geldwährung; Heller; Münzsorte; Ordenszeichen; Valuta; Währung; Währungseinheit
mortero de menta Münze; Münzsorte
penique Geldsorte; Geldstück; Münze; Pfennig Cent; Erinnerungsmünze; Gedenkmünze; Ordenszeichen; Pfennig

Synoniemen voor "Münze":


Wiktionary: Münze

Münze
noun
  1. flaches, meist kreisförmiges und geprägtes Stück Metall, das als Zahlungsmittel benutzt wird
Cross Translation:
FromToVia
• Münze → moneda ↔ coin — (currency) A piece of currency
• Münze → ceca ↔ mint — money-producing building or institution

Mûnze:

Mûnze [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Mûnze (Cente; Kohle; Knete; )
    el céntimos; la plata; la guita; el dinero; el recursos; la monedas; el céntimo
    • céntimos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • plata [la ~] zelfstandig naamwoord
    • guita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • dinero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • recursos [el ~] zelfstandig naamwoord
    • monedas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • céntimo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Mûnze:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
céntimo Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld Cent; Centzeichen; Erinnerungsmünze; Gedenkmünze; Pfennig
céntimos Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld Deut; Heller
dinero Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld Deut; Geld; Heller; Knete
guita Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
monedas Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld
plata Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld Deut; Heller; Silber
recursos Cente; Geld; Gelder; Knete; Kohle; Mûnze; kleines Geld Deut; Heller; Personal

münzen:

münzen werkwoord (münze, münzst, münzt, münzte, münztet, gemünzt)

  1. münzen (Münzen schlagen; prägen)
    acuñar

Conjugations for münzen:

Präsens
  1. münze
  2. münzst
  3. münzt
  4. münzen
  5. münzt
  6. münzen
Imperfekt
  1. münzte
  2. münztest
  3. münzte
  4. münzten
  5. münztet
  6. münzten
Perfekt
  1. habe gemünzt
  2. hast gemünzt
  3. hat gemünzt
  4. haben gemünzt
  5. habt gemünzt
  6. haben gemünzt
1. Konjunktiv [1]
  1. münze
  2. münzest
  3. münze
  4. münzen
  5. münzet
  6. münzen
2. Konjunktiv
  1. münzte
  2. münztest
  3. münzte
  4. münzten
  5. münztet
  6. münzten
Futur 1
  1. werde münzen
  2. wirst münzen
  3. wird münzen
  4. werden münzen
  5. werdet münzen
  6. werden münzen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde münzen
  2. würdest münzen
  3. würde münzen
  4. würden münzen
  5. würdet münzen
  6. würden münzen
Diverses
  1. münz!
  2. münzt!
  3. münzen Sie!
  5. gemünzt
  6. münzend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor münzen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
acuñar Münzen schlagen; münzen; prägen

Synoniemen voor "münzen":


Wiktionary: münzen

Cross Translation:
FromToVia
• münzen → acuñar; barajar; golpetear; pegar; sacudir; trillar ↔ battre — frapper de coups répétés.

Verwante vertalingen van Münze







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0424 seconde
Page rendered in 1.0 seconds