Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Omnibus

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Omnibus

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Omnibus:
- autobús; coche de viaje; autocar; ómnibus
Wiktionary:
- Omnibus → góndola, ómnibus, autobús
- Omnibus → autobús, ómnibus

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

ómnibus:
- Omnibus; Reisebus; Bus; Autobus
Wiktionary:
- ómnibus → Omnibus
- ómnibus → Bus, Omnibus

Duits

Uitgebreide vertaling voor Omnibus (Duits) in het Spaans

Omnibus:

Omnibus [der ~] zelfstandig naamwoord

der Omnibus (Autobus; Bus)
el autobús; el coche de viaje; el autocar
- autobús [el ~] zelfstandig naamwoord
- coche de viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- autocar [el ~] zelfstandig naamwoord
der Omnibus (Reisebus; Bus; Autobus)
el ómnibus; el autobús; el autocar
- ómnibus [el ~] zelfstandig naamwoord
- autobús [el ~] zelfstandig naamwoord
- autocar [el ~] zelfstandig naamwoord
der Omnibus
el autobús
- autobús [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Omnibus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
autobús	Autobus; Bus; Omnibus; Reisebus	Reisebus; Stadtbus
autocar	Autobus; Bus; Omnibus; Reisebus	Reisebus; Tourenwagen
coche de viaje	Autobus; Bus; Omnibus	Reisebus
ómnibus	Autobus; Bus; Omnibus; Reisebus

Synoniemen voor "Omnibus":

Autobus; Bus; Fahrgerät; Fahrmaschine; Fahrzeug; Gefährt; Vehikel; Verkehrsmittel

Wiktionary: Omnibus

Omnibus

noun

öffentliches Verkehrsmittel zur Personenbeförderung
- Omnibus → góndola; ómnibus; autobús

Cross Translation:

From	To	Via
• Omnibus	→ autobús	↔ omnibus — vehicle
• Omnibus	→ autobús	↔ autobus — Véhicule de transports en commun
• Omnibus	→ autobús	↔ bus — Véhicule de transport en commun
• Omnibus	→ ómnibus	↔ omnibus — (vieilli) bus, autobus.

Spaans

Uitgebreide vertaling voor Omnibus (Spaans) in het Duits

ómnibus:

ómnibus [el ~] zelfstandig naamwoord

el ómnibus (autobús; autocar)
der Omnibus; der Reisebus; der Bus; der Autobus
- Omnibus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Reisebus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Bus [der ~] zelfstandig naamwoord
- Autobus [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ómnibus:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Autobus	autobús; autocar; ómnibus	autobús; autocar; coche de viaje
Bus	autobús; autocar; ómnibus	autobuses; autobús; autocar; bus; coche de viaje
Omnibus	autobús; autocar; ómnibus	autobús; autocar; coche de viaje
Reisebus	autobús; autocar; ómnibus	autobús; autocar; coche de viaje

Verwante woorden van "ómnibus":

ómnibuses

Synoniemen voor "ómnibus":

bus; autobús; colectivo; pullman; camioneta; guagua; autocar
góndola

Wiktionary: ómnibus

ómnibus

noun

öffentliches Verkehrsmittel zur Personenbeförderung
- Omnibus → góndola; ómnibus; autobús

Cross Translation:

From	To	Via
• ómnibus	→ Bus	↔ bus — vehicle
• ómnibus	→ Omnibus	↔ omnibus — (vieilli) bus, autobus.

Verwante vertalingen van Omnibus

tren ómnibus