Süden: vertaling Duits

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Süden:
- sur
Wiktionary:
- Süden → sur
- Süden → sur, sud

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

sudar:
- schwitzen; transpirieren; ausschwitzen
- Schwitzen; Transpirieren
Wiktionary:
- sudar → schwitzen
- sudar → schwitzen

Duits

Uitgebreide vertaling voor Süden (Duits) in het Spaans

Süden:

Süden [der ~] zelfstandig naamwoord

der Süden (Süd)
el sur
- sur [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Süden:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sur	Süd; Süden
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
sur		süd; südlich

Wiktionary: Süden

Süden

noun

ohne Artikel: Himmelsrichtung, die zum Südpol weist
- Süden → sur

Cross Translation:

From	To	Via
• Süden	→ sur	↔ zuiden — windstreek\|nld een van de windstreek, die op landkaarten overeenkomt met de onderkant
• Süden	→ sur	↔ south — compass point
• Süden	→ sur; sud	↔ sud — indén\|fr géographie\|fr Point cardinal opposé au nord.

Spaans

Uitgebreide vertaling voor Süden (Spaans) in het Duits

Süden vorm van sudar:

sudar werkwoord

sudar (transpirar; exhalar; emanar; humear; vahear)
schwitzen; transpirieren
- schwitzen werkwoord (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)
- transpirieren werkwoord (transpiriere, transpirierst, transpiriert, transpirierte, transpiriertet, transpiriert)
sudar
schwitzen
- schwitzen werkwoord (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)
sudar (transpirar)
ausschwitzen; schwitzen
- ausschwitzen werkwoord (schwitze aus, schwitzt aus, schwitzte aus, schwitztet aus, ausgeschwitzt)
- schwitzen werkwoord (schwitze, schwitzt, schwitzte, schwitztet, geschwitzt)

Conjugations for sudar:

presente

sudo
sudas
suda
sudamos
sudáis
sudan

imperfecto

sudaba
sudabas
sudaba
sudábamos
sudabais
sudaban

indefinido

sudé
sudaste
sudó
sudamos
sudasteis
sudaron

fut. de ind.

sudaré
sudarás
sudará
sudaremos
sudaréis
sudarán

condic.

sudaría
sudarías
sudaría
sudaríamos
sudaríais
sudarían

pres. de subj.

que sude
que sudes
que sude
que sudemos
que sudéis
que suden

imp. de subj.

que sudara
que sudaras
que sudara
que sudáramos
que sudarais
que sudaran

miscelánea

¡suda!
¡sudad!
¡no sudes!
¡no sudéis!
sudado
sudando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

sudar [el ~] zelfstandig naamwoord

el sudar (transpirar)
Schwitzen; Transpirieren
- Schwitzen [das ~] zelfstandig naamwoord
- Transpirieren [das ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sudar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Schwitzen	sudar; transpirar	sudores
Transpirieren	sudar; transpirar
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
ausschwitzen	sudar; transpirar
schwitzen	emanar; exhalar; humear; sudar; transpirar; vahear
transpirieren	emanar; exhalar; humear; sudar; transpirar; vahear

Synoniemen voor "sudar":

exudar; rezumar

Wiktionary: sudar

sudar

verb

zur Kühlung des Körpers Schweiß absondern
- schwitzen → sudar