Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Subjekt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Subjekt (Duits) in het Spaans

Subjekt:

Subjekt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Subjekt (Satzgegenstand)
    el sujeto
    • sujeto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Subjekt (Herr)
    el caballero; el señor; el chico; el hombre; el soberano
    • caballero [el ~] zelfstandig naamwoord
    • señor [el ~] zelfstandig naamwoord
    • chico [el ~] zelfstandig naamwoord
    • hombre [el ~] zelfstandig naamwoord
    • soberano [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Subjekt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
caballero Herr; Subjekt Bruder; Bursche; Freiherr; Funktionär; Fürst; Gebieter; Geselle; Herr; Herrscher; Junker; Kerl; Kerlchen; König; Landjunker; Mann; Mitarbeiter des Stabes; Offizier; Reiter; Ritter
chico Herr; Subjekt Bengel; Bruder; Bube; Bursche; Ding; Dingelchen; Dreikäsehoch; Flegel; Frechdachs; Gauner; Geselle; Gör; Kerl; Kerlchen; Kind; Kleine; Kleines Kind; Kleinkind; Knabe; Knirps; Lausbube; Lausejunge; Lümmel; Mann; Männchen; Racker; Rüpel; Schelm; Sprößling; Straßenjunge; Taugenichts; Wicht; männliches Tier
hombre Herr; Subjekt Bruder; Bursche; Einzelne; Einzelperson; Einzelwesen; Figur; Freund; Fürst; Gatte; Gebieter; Gefährte; Gemahl; Geselle; Gestalt; Herr; Herrschaft; Herrscher; Individuen; Individuum; Kerl; Kerlchen; Kumpel; König; Mann; Mensch; Menschenkind; Partner; Person; Sterbliche; Teilhaber; Typ; Weib; Wesen; männliche Person
señor Herr; Subjekt Bruder; Bursche; Fürst; Gebieter; Geselle; Herr; Herrscher; Junker; Kerl; Kerlchen; König; Landjunker; Mann; mein Herr
soberano Herr; Subjekt Alleinherrscher; Autorität; Befehlshaber; Diktator; Freiherr; Fürst; Gebieter; Gewaltherrscher; Gouverneur; Herr; Herrscher; Hoheit; Junker; Kapazität; König; Landjunker; Landvogt; Majestät; Monarch; Statthalter
sujeto Satzgegenstand; Subjekt Aufgabe; Erzeugnis; Gebilde; Geschöpf; Inhalt eines Buches; Motiv; Thema; Thema eines Buches
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
chico klein; knapp; minderwertig; unter dem Mindestmaß; winzig; äußerst klein
soberano ansehnlich; aristokratisch; distingiert; fürstlich; gepflegt; königlich; royal; souverän; vornehm
sujeto befestigt

Synoniemen voor "Subjekt":


Wiktionary: Subjekt

Subjekt
noun
  1. Sprachwissenschaft: Satzgegenstand; das Satzglied, über das im Prädikat eine Aussage gemacht wird und das mit dem Verb im Numerus Kongruenz.

Cross Translation:
FromToVia
Subjekt sujeto onderwerp — zinsdeel waarnaar de persoonsvorm zich richt en dat bijv. de handelende persoon of zaak beschrijft
Subjekt sujeto subject — in grammar