Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Teller:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Teller (Duits) in het Spaans

Teller:

Teller [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Teller (Schild; Tafel; Wandtafel; Schultafel)
    el plato
    • plato [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Teller
    el platos
    • platos [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Teller:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plato Schild; Schultafel; Tafel; Teller; Wandtafel Behälter; Einsatz; Eßnapf; Gefäß; Geldeinlage; Gericht; Napf; Pool; Schale; Schultafel; Schüssel; Speise; Spielgeld; Tafel; Tontaube; Umhüllung; Wandtafel
platos Teller Schüsseln

Wiktionary: Teller

Teller
noun
  1. in der Form an [1] erinnernd
  2. runder, meist flacher Teil des Essgeschirrs, auf dem die Speisen vor dem Verzehr angerichtet werden

Cross Translation:
FromToVia
Teller plato dish — vessel for holding/serving food
Teller plato plate — dish from which food is served or eaten
Teller plato assiette — Élément de vaisselle

Verwante vertalingen van Teller