Ticket: vertaling Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Ticket:
- billete de avión; billete de tranvía; billete de ferrocarril; billete de viaje
Wiktionary:
- Ticket → entrada, billete, boleto
- Ticket → entrada, pasaje, billete, parte, multa, cupón, bilete, boleto
- ticket → tique

Spaans naar Duits: Meer gegevens...

ticket:
- Eintrittskarte; Karte; Platzkarte; Paß; Ausweis
Wiktionary:
- ticket → Fahrkarte

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ticket (Duits) in het Spaans

Ticket:

Ticket [das ~] zelfstandig naamwoord

Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)
el billete de avión; el billete de tranvía; el billete de ferrocarril
- billete de avión [el ~] zelfstandig naamwoord
- billete de tranvía [el ~] zelfstandig naamwoord
- billete de ferrocarril [el ~] zelfstandig naamwoord
Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)
el billete de tranvía
- billete de tranvía [el ~] zelfstandig naamwoord
Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)
el billete de viaje; el billete de ferrocarril; el billete de tranvía
- billete de viaje [el ~] zelfstandig naamwoord
- billete de ferrocarril [el ~] zelfstandig naamwoord
- billete de tranvía [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ticket:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
billete de avión	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket
billete de ferrocarril	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket
billete de tranvía	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket
billete de viaje	Fahrkarte; Fahrschein; Ticket

Synoniemen voor "Ticket":

Flugschein; Flugticket
Billett; Eintrittskarte; Fahrausweis; Fahrkarte; Fahrschein; Karte; Voucher

Wiktionary: Ticket

Ticket

noun

Flugkarte, Fahrschein, Eintrittskarte und Ähnliches
- Ticket → entrada; billete; boleto

Cross Translation:

From	To	Via
• Ticket	→ entrada	↔ ticket — admission to entertainment
• Ticket	→ pasaje; billete	↔ ticket — pass for transportation
• Ticket	→ parte; multa	↔ ticket — traffic citation
• Ticket	→ cupón; billete; bilete; boleto	↔ ticket — billet donnant droit à un accès

Spaans

Uitgebreide vertaling voor Ticket (Spaans) in het Duits

ticket:

ticket [el ~] zelfstandig naamwoord

el ticket (billete de entrada; billete; tarjeta de identidad; carnet; carnet de identidad; legitimación; documento de identidad)
die Eintrittskarte; die Karte; die Platzkarte
- Eintrittskarte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Karte [die ~] zelfstandig naamwoord
- Platzkarte [die ~] zelfstandig naamwoord
el ticket (carnet; tarjeta; pase; billete; billete de entrada; paso; pasaje; documentación; cartulina; legitimación; carnet de identidad; documento de identidad; tarjeta de identidad)
der Paß; der Ausweis
- Paß [der ~] zelfstandig naamwoord
- Ausweis [der ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor ticket:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Ausweis	billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; cartulina; documentación; documento de identidad; legitimación; pasaje; pase; paso; tarjeta; tarjeta de identidad; ticket	carnet de identidad; documento de identidad; legitimación; pasaporte; tarjeta de identidad
Eintrittskarte	billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; documento de identidad; legitimación; tarjeta de identidad; ticket
Karte	billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; documento de identidad; legitimación; tarjeta de identidad; ticket	carta; carta de platos; lista de la comida; lista de platos; mapa; mapa territorial; menú; naipe; plano; tarjeta
Paß	billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; cartulina; documentación; documento de identidad; legitimación; pasaje; pase; paso; tarjeta; tarjeta de identidad; ticket	pasaje de montaña; pasaporte; pase; paso; puerto de montaña; tarjeta de banco; tarjeta de garantía
Platzkarte	billete; billete de entrada; carnet; carnet de identidad; documento de identidad; legitimación; tarjeta de identidad; ticket

Wiktionary: ticket

ticket

noun

ein Dokument, das zur Nutzung öffentlicher Verkehrsmittel berechtigt
- Fahrkarte → pasaje; ticket; billete

Remove Ads

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Ticket

Uitgebreide vertaling voor Ticket (Duits) in het Spaans

Ticket:

Ticket [das ~] zelfstandig naamwoord

Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)

Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)

Ticket (Fahrkarte; Fahrschein)

Vertaal Matrix voor Ticket:

Synoniemen voor "Ticket":

Wiktionary: Ticket

Uitgebreide vertaling voor Ticket (Spaans) in het Duits

ticket:

ticket [el ~] zelfstandig naamwoord

el ticket (billete de entrada; billete; tarjeta de identidad; carnet; carnet de identidad; legitimación; documento de identidad)

el ticket (carnet; tarjeta; pase; billete; billete de entrada; paso; pasaje; documentación; cartulina; legitimación; carnet de identidad; documento de identidad; tarjeta de identidad)

Vertaal Matrix voor ticket:

Wiktionary: ticket