Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Volkswirtschaft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Volkswirtschaft (Duits) in het Spaans

Volkswirtschaft:

Volkswirtschaft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Volkswirtschaft (Studium der Ökonomie; Wirtschaft)
    el industria y comercio
  2. die Volkswirtschaft (Staatsökonomie; Ökonomie; Wirtschaft; Konjunktur; Nationalökonomie)
    la economía
  3. die Volkswirtschaft
    la economía nacional

Vertaal Matrix voor Volkswirtschaft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
economía Konjunktur; Nationalökonomie; Staatsökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie Aussparung; Einschränkung; Einsparung; Ersparnis; Ersparung; Kostenersparnis; Rückgang; Senkung; Sparsamkeit; Spärlichkeit; Verminderung; Verringerung; Wirtschaft
economía nacional Volkswirtschaft Staatswirtschaft
industria y comercio Studium der Ökonomie; Volkswirtschaft; Wirtschaft; Ökonomie

Synoniemen voor "Volkswirtschaft":


Wiktionary: Volkswirtschaft

Volkswirtschaft
noun
  1. die Gesamtwirtschaft eines Staats oder Staatenbunds