Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Zimmer:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Zimmer (Duits) in het Spaans

Zimmer:

Zimmer [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Zimmer (Räumlichkeit; Kammer; Raum; )
    el cuarto
    • cuarto [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Zimmer
    el cuartos
    • cuartos [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. Zimmer (großes Zimmer; Saal; Raum; )
    el cuarto; la sala; el salón
    • cuarto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • sala [la ~] zelfstandig naamwoord
    • salón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zimmer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuarto Halle; Kammer; Lokalität; Platz; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Quarto; Viertel
cuartos Zimmer
sala Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Ausschank; Café; Gasthaus; Gasthäuser; Gaststätte; Gastwirtschaft; Gruppenraum; Herberge; Hotelherberge; Kneipe; Krug; Lokalität; Raum; Schankwirtschaft; Schenke; Veranda; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
salón Halle; Kammer; Raum; Räumlichkeit; Saal; Sporthalle; Zimmer; großes Zimmer Appartement; Besuchszimmer; Empfangsraum; Empfangsräume; Empfangszimmer; Foyer; Galerie; Halle; Hotelsuite; Prunkkammer; Salon; Staatszimmer; Suite; Tagesraum
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuarto viertel

Synoniemen voor "Zimmer":


Wiktionary: Zimmer

Zimmer
noun
  1. Raum in einem Haus oder einer Wohnung, der für den Aufenthalt von Personen bestimmt ist

Cross Translation:
FromToVia
Zimmer cámara chamber — bedroom
Zimmer cuarto; habitación; pieza; sala; recámara room — division in a building
Zimmer lugar; sitio; localidad; local ruimte — vertrek, kamer
Zimmer habitación; cuarto kamer — deel van een huis
Zimmer habitación; cuarto chambre — Pièce habitable
Zimmer habitación; cuarto; cámara pièce — Partie d’un logement
Zimmer cuarto; habitación; cámara; aula sallepièce d’un bâtiment.

Verwante vertalingen van Zimmer