Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: Zufall

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: Zufall

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Zufall:
- casualidad; suerte
Wiktionary:
- Zufall → casualidad
- Zufall → azar, suerte, riesgo, coincidencia, casualidad, acaso

Duits

Uitgebreide vertaling voor Zufall (Duits) in het Spaans

Zufall:

Zufall [der ~] zelfstandig naamwoord

der Zufall (Zufälligkeit)
la casualidad; la suerte
- casualidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- suerte [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Zufall:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
casualidad	Zufall; Zufälligkeit
suerte	Zufall; Zufälligkeit	Erfolg; Extraprofit; Gattung; Gelegenheitskauf; Gelegenheitskäufe; Glück; Glücksfall; Glücksfälle; Glückstreffer; Los des Lebens; Schicksal; Sorte; Treffer; Vermögen; Zufallstreffer; kleiner Profit; unerwarteter Vorteil; unerwartetes Glück

Synoniemen voor "Zufall":

Fatum; Fügung; Los; Schicksal; Schickung; Voraussagung; Vorhersehung

Wiktionary: Zufall

Zufall

noun

das nicht Vorhersehbare, das nicht Beabsichtigte
- Zufall → casualidad

Cross Translation:

From	To	Via
• Zufall	→ azar; suerte	↔ chance — random occurrence
• Zufall	→ riesgo	↔ hazard — chance
• Zufall	→ coincidencia; azar; casualidad	↔ toeval — een gebeurtenis of omstandigheid die vooraf niet te voorzien of niet te berekenen is geweest
• Zufall	→ acaso; azar; casualidad	↔ hasard — Fortune, sort, destin ; cas fortuit, imprévu

Verwante vertalingen van Zufall

glückliche Zufall