Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: ahnen

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: ahnen

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

ahnen:
- Wiktionary:
  ahnen → intuir, sospechar, presentir, temer, adivinar
  Ahnen → antepasados, padres
- Synoniemen voor "ahnen":
  ausgehen; annehmen; erahnen; erwarten; glauben; meinen; mutmaßen; orakeln; schwanen; schätzen; spekulieren; vermuten; vorausahnen; voraussehen; vorstellen; wittern
- Synoniemen voor "Ahnen":
  Altvorderen; Vorfahren; Väter

Duits

Uitgebreide vertaling voor ahnen (Duits) in het Spaans

ahnen:

Synoniemen voor "ahnen":

ausgehen; annehmen; erahnen; erwarten; glauben; meinen; mutmaßen; orakeln; schwanen; schätzen; spekulieren; vermuten; vorausahnen; voraussehen; vorstellen; wittern

Wiktionary: ahnen

ahnen

etwas vermuten, vorhersehen
- ahnen → intuir; sospechar; presentir
eine Befürchtung haben
- ahnen → temer

Cross Translation:

From	To	Via
• ahnen	→ adivinar	↔ deviner — prédire ce qui doit arriver, découvrir, par des sortilèges, ce qui cacher.

Ahnen:

Synoniemen voor "Ahnen":

Altvorderen; Vorfahren; Väter

Wiktionary: Ahnen

Cross Translation:

From	To	Via
• Ahnen	→ antepasados; padres	↔ parent — Ceux de qui on descend