Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: bescheren

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: bescheren

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

bescheren:
- Wiktionary:
  bescheren → deparar, regalar
- Synoniemen voor "bescheren":
  beschenken; gewähren; hingeben; schenken; spendieren; widmen; zueignen; zuwenden; überantworten; übergeben; überlassen; überreichen
  Vergnügen bereiten; Vergnügen bescheren; Vergnügen machen

Duits

Uitgebreide vertaling voor bescheren (Duits) in het Spaans

bescheren:

Synoniemen voor "bescheren":

beschenken; gewähren; hingeben; schenken; spendieren; widmen; zueignen; zuwenden; überantworten; übergeben; überlassen; überreichen
Vergnügen bereiten; Vergnügen bescheren; Vergnügen machen

Wiktionary: bescheren

bescheren

verb

(transitiv) jemanden etwas zuteil werden lassen (materiell oder immateriell)
- bescheren → deparar
zu Weihnachten die Geschenke verteilen
- bescheren → regalar