Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: entsenden

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: entsenden

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Entsenden:
- destacar; destinar
Wiktionary:
- entsenden → delegar

Duits

Uitgebreide vertaling voor entsenden (Duits) in het Spaans

entsenden:

Synoniemen voor "entsenden":

abkommandieren; abordnen; aussenden; beordern; delegieren; deputieren; fortschicken; schicken; wegschicken
senden; bewegen; in Bewegung setzen

Wiktionary: entsenden

Cross Translation:

From	To	Via
• entsenden	→ delegar	↔ déléguer — députer, commettre, envoyer quelqu’un avec pouvoir d’agir, d’examiner, de juger, de négocier, etc.

Entsenden:

Entsenden [das ~] zelfstandig naamwoord

Entsenden
el destacar; el destinar
- destacar [el ~] zelfstandig naamwoord
- destinar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Entsenden:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
destacar	Entsenden
destinar	Entsenden
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
destacar		Nachdruck verleihen; akzentuieren; ausheben; ausholen; ausnehmen; betonen; herausnehmen
destinar		abhängen; abkoppeln; ablegen; abstellen; abstreifen; abtrennen; akkomodieren; anbringen; andrehen; aufbauen; aufknoten; auflösen; aufmachen; aufstellen; auftrennen; ausfindig machen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; austreiben; bauen; beherbergen; beisetzen; betten; brühen; deponieren; einfügen; einlegen; einordnen; einquartieren; einrichten; einräumen; einrücken; einschließen; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; erbauen; errichten; festlegen; fügen; gruppieren; herstellen; hinlegen; hinstellen; installieren; jemandem Unterkunft bieten; laichen; legen; lockern; lokalisieren; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; plazieren; postieren; schalten; schlingen; setzen; stationieren; stecken; stellen; treiben; unteraus legen; unterbringen; vergeben; verlegen