Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Zoek: irritierend

Duitse en Spaanse zoekresultaten voor: irritierend

Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. irritierend:
  2. irritieren:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor irritierend (Duits) in het Spaans

irritierend:

irritierend bijvoeglijk naamwoord

  1. irritierend (ärgerlich; störend; unangenehm; sauer; beschwerlich)
    irritante; pesado; molesto
  2. irritierend (stechend)
    provocativo

Vertaal Matrix voor irritierend:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pesado Behinderung; Belästigung; Dreckskerl; Dusselchen; Ergernis; Ergernisse; Giftnudel; Ranger; Störung; Ungemach; Unruhestifter; lästige Person; lästiger Mensch; lästiges Kind; Ärger; Ärgerlichkeit; Ärgernis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
irritante beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich
molesto beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich behindernd; genant; hinderlich; kaltherzig; lästig; nicht nett; peinlich; schwer; schwierig; störend; unangenehm; unangenhem; unbequem; unfreundlich; unhöflich
pesado beschwerlich; irritierend; sauer; störend; unangenehm; ärgerlich abgeschmackt; albern; arbeitsscheu; belastend; beleibt; beschwerlich; betriebsam; denkfaul; dick; dickleibig; dösig; eintönig; energisch; fade; faul; fett; flau; formidabel; freudlos; geschmacklos; griesgrämig; grob; großartig; hinderlich; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; korpulent; langsam; langweilig; lustlos; lässig; lästig; matt; mehlig; mies; mit ein großes Gewicht; müde; mühsam; nachlässig; plump; problematisch; pummelig; sauer; schlapp; schleppend; schwer; schwerfällig; schwerlich; schwerverdaulich; schwierig; schwül; sterbenslangweilig; teilnahmslos; todlangweilig; träge; trödelig; umfangreich; unangenehm; unbequem; wohlbeleibt; öde
provocativo irritierend; stechend aufrührerisch; aufständisch; gewagt; herausfordernd; höhnisch; provozierend; wagemutig; übertreffend

Synoniemen voor "irritierend":


Wiktionary: irritierend

Cross Translation:
FromToVia
• irritierend → irritante ↔ irritant — in hoge mate vervelend

irritieren:

irritieren werkwoord (irritiere, irritierst, irritiert, irritierte, irritiertet, irritiert)

  1. irritieren (auf die Nerven gehen; ärgern; stören; )
    enojar; irritar; fastidiar

Conjugations for irritieren:

Präsens
  1. irritiere
  2. irritierst
  3. irritiert
  4. irritieren
  5. irritiert
  6. irritieren
Imperfekt
  1. irritierte
  2. irritiertest
  3. irritierte
  4. irritierten
  5. irritiertet
  6. irritierten
Perfekt
  1. habe irritiert
  2. hast irritiert
  3. hat irritiert
  4. haben irritiert
  5. habt irritiert
  6. haben irritiert
1. Konjunktiv [1]
  1. irritiere
  2. irritierest
  3. irritiere
  4. irritieren
  5. irritieret
  6. irritieren
2. Konjunktiv
  1. irritierte
  2. irritiertest
  3. irritierte
  4. irritierten
  5. irritiertet
  6. irritierten
Futur 1
  1. werde irritieren
  2. wirst irritieren
  3. wird irritieren
  4. werden irritieren
  5. werdet irritieren
  6. werden irritieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde irritieren
  2. würdest irritieren
  3. würde irritieren
  4. würden irritieren
  5. würdet irritieren
  6. würden irritieren
Diverses
  1. irritiere!
  2. irritiert!
  3. irritieren Sie!
  5. irritiert
  6. irritierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor irritieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fastidiar Piesacken; Quälen; Sekkieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
enojar auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern
fastidiar auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern aufziehen; beanstanden; belästigen; bescheißen; brutal vorgehen; einschüchtern; eitern; etwas auf dem Herzen haben; etwas im Magen liegen; foppen; geringschätzen; hinters Licht führen; irreführen; jemandem lästig fallen; klagen; martern; neppen; nerven; piesacken; plagen; provozieren; quälen; reizen; reklamieren; schikanieren; schinden; sich beschweren; sich eklig benehmen; streiten; striezen; triezen; tyrannisieren; verachten; verarschen; vergraulen; verladen; verschmähen; weg ekeln; wegekeln; zanken; zusetzen; ärgern
irritar auf die Nerven gehen; belästigen; erregen; irritieren; prickeln; reizen; stören; ärgern piesacken; provozieren; reizen; schikanieren; striezen; triezen; zusetzen; ärgern

Synoniemen voor "irritieren":


Wiktionary: irritieren

Cross Translation:
FromToVia
• irritieren → amohinar; irritar ↔ irriteren — op onaangename wijze prikkelen

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1326 seconde
Page rendered in 1.0 seconds