Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Kündigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kündigen (Duits) in het Spaans

kündigen:


Synoniemen voor "kündigen":


Wiktionary: kündigen

kündigen
verb
  1. ein Arbeitsverhältnis auflösen
  2. den Mietvertrag einseitig beenden
  3. einen Vertrag/eine Vertragsbeziehung beenden

Cross Translation:
FromToVia
kündigen echar can — to fire or dismiss an employee
kündigen despedir; echar fire — to terminate the employment of
kündigen renunciar; dimitir resign — quit a job or position

Kündigen:

Kündigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Kündigen (Abdanken)
    el despedir

Vertaal Matrix voor Kündigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despedir Abdanken; Kündigen Absage; Abtreten; Kündigung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
despedir abdanken; ablehnen; abschicken; absenden; abstoßen; abweisen; ausrangieren; beseitigen; deklamieren; einschicken; einsenden; entfernen; entheben; entlassen; feiern; hochtrabend reden; schicken; suspendieren; verschicken; versenden; von seiner Position vertreiben; wegschicken; winken; zum Versand bringen; zurückweisen; zusenden