Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abfangen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abfangen (Duits) in het Spaans

Abfangen:

Abfangen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abfangen (Erwarten; Auflauern; Abpassen)
    la esperar
    • esperar [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Abfangen
    la toma
    • toma [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abfangen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esperar Abfangen; Abpassen; Auflauern; Erwarten Abwarten
toma Abfangen Einkürzung; Einnahme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esperar abpassen; abwarten; aussehen nach; entgegensehen; erhoffen; erwarten; herbeisehnen; hoffen; schmachten; sich sehnen; verlangen; voraussehen; warten; warten auf; wünschen