Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Alter:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Alter (Duits) in het Spaans

Alter:

Alter [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Alter (Lebensalter)
    la edad
    • edad [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. Alter (Altertum)
    la ancianidad; la vejez
    • ancianidad [la ~] zelfstandig naamwoord
    • vejez [la ~] zelfstandig naamwoord

Alter [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Alter (Alte)
    la viejecita; la abuelita
  2. der Alter (Greis; Greisin)
    la ancianidad

Alter

  1. Alter
    la antigüedad

Vertaal Matrix voor Alter:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
abuelita Alte; Alter Grossmutter; Großmutter; Oma
ancianidad Alter; Altertum; Greis; Greisenalter; Greisin
antigüedad Alter Altertum; Antike; Dienstalter
edad Alter; Lebensalter Altertum; Antike; Menschenalter
vejez Alter; Altertum; Greisenalter Altertum; Antike
viejecita Alte; Alter

Synoniemen voor "Alter":


Wiktionary: Alter

Alter
noun
  1. zählen, messen oder ermitteln Zeitspanne seit der eine Sache, ein Gegenstand oder ein Lebewesen existiert
  2. (umgangssprachlich) Anrede für einen männlichen Gleichaltrigen
  3. leicht abwertend: für den Ehemann oder Lebensgefährten
  4. alter Mann
  5. leicht abwertend: für den Vater

Cross Translation:
FromToVia
Alter edad age — part of the duration of a being or thing between its beginning and any given time
Alter tercera edad age — latter part of life
Alter edad age — one of the stages of life
Alter mano; güey; flaco; colega; compadre; parce; tío dude — slang: term of address for a man
Alter viejo old man — elderly man
Alter edad leeftijd — de tijd dat iemand leeft of geleefd heeft, het totaal aantal levensjaren
Alter vejez vieillesseâge avancé.
Alter edad âge — Période écoulée depuis la naissance

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Alter