Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Befrachtung:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Befrachtung (Duits) in het Spaans

Befrachtung:

Befrachtung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Befrachtung (Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last)
    el cargo; la carga; el lastre; la camionada; la tonelada
    • cargo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • carga [la ~] zelfstandig naamwoord
    • lastre [el ~] zelfstandig naamwoord
    • camionada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tonelada [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Befrachtung (Frachtgut; Fracht; Beladung; Ladung)
    el cargar
    • cargar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Befrachtung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
camionada Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last Fracht; Frachtgut; Fuhre; Gut; Ladung; Schub
carga Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last Auslastung; Beladung; Bürde; Durcheinander; Einschiffung; Fracht; Frachtgut; Fuhre; Gepäck; Gezänk; Gut; Ladung; Last; Scherrerei; Schub; Upload; Verladung
cargar Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung Auslastung; Laden
cargo Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last Anklage; Anschuldigung; Arbeit; Beladung; Beschuldigung; Beschäftigung; Einschiffung; Fracht; Frachtgut; Fuhre; Funktion; Gut; Ladung; Schub; Stellung; Tätigkeit; Verladung
lastre Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last Ballast; Fracht; Frachtgut; Gut; Ladung
tonelada Befrachtung; Beladung; Fracht; Frachtgut; Ladung; Last Bottich; Eimer; Faß; Kübel; Schüssel; Tonne; Trog; Wanne
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cargar anrechnen; aufladen; auftragen; beauftragen; befrachten; beladen; belasten; einladen; elektricität aufladen; elektrizieren; fakturieren; füllen; hochladen; laden; plombieren; schleppen; tragen; verladen; wuchten