Ehre in het Spaans vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

Ehre:
- orgullo; amor propio; honor; sentimiento de honor; gloria; honra; pundonor; reputación; respeto; prestigio; nombre; llamada; apellido; denominación; apariencia; autoestima; dignidad; respeto por uno mismo
Wiktionary:
- Ehre → honor
- Ehre → honor, elogio, homenaje

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ehre (Duits) in het Spaans

Ehre:

Ehre [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ehre (Ehrgefühl; Stolz)
el orgullo; el amor propio; el honor; el sentimiento de honor; el gloria; la honra; el pundonor
- orgullo [el ~] zelfstandig naamwoord
- amor propio [el ~] zelfstandig naamwoord
- honor [el ~] zelfstandig naamwoord
- sentimiento de honor [el ~] zelfstandig naamwoord
- gloria [el ~] zelfstandig naamwoord
- honra [la ~] zelfstandig naamwoord
- pundonor [el ~] zelfstandig naamwoord
die Ehre
el honor
- honor [el ~] zelfstandig naamwoord
die Ehre (Ruf; Name)
la reputación; el respeto; el prestigio
- reputación [la ~] zelfstandig naamwoord
- respeto [el ~] zelfstandig naamwoord
- prestigio [el ~] zelfstandig naamwoord
die Ehre (Reputation; Name; Schrei; Ruf)
el nombre; la llamada; el apellido; la denominación; la apariencia; la reputación
- nombre [el ~] zelfstandig naamwoord
- llamada [la ~] zelfstandig naamwoord
- apellido [el ~] zelfstandig naamwoord
- denominación [la ~] zelfstandig naamwoord
- apariencia [la ~] zelfstandig naamwoord
- reputación [la ~] zelfstandig naamwoord
die Ehre (Glorie; Ruhm)
la gloria
- gloria [la ~] zelfstandig naamwoord
die Ehre (Selbstachtung)
la autoestima; la dignidad; el respeto por uno mismo
- autoestima [la ~] zelfstandig naamwoord
- dignidad [la ~] zelfstandig naamwoord
- respeto por uno mismo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ehre:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
amor propio	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Eigenwert; Selbstachtung; Selbstwert
apariencia	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Anschein; Ansehen; Ansicht; Aussehen; Deckmantel; Erscheinung; Erscheinungsform; Fassade; Gestalt; Illusion; Statur; Vorschützung; Vortäuschung; Äußere
apellido	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Familienname; Nachname; Zuname
autoestima	Ehre; Selbstachtung	Eigenwert; Selbstachtung; Selbstwert
denominación	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Aufstellung; Ernennung
dignidad	Ehre; Selbstachtung	Anstand; Eigenwert; Selbstachtung; Selbstwert; Würde
gloria	Ehre; Ehrgefühl; Glorie; Ruhm; Stolz	Ehrengabe; Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Glück; Glückseligkeit; Großartigkeit; Heiligkeit; Heiligung; Herrlichkeit; Huldigung; Köstlichkeit; Pracht; Prunk; Segen; Segenspendung; Segnung; Seligkeit; Vortrefflichkeit; Wonne
honor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Ehrengabe; Honneurs; Huldigung
honra	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
llamada	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Anruf; Anrufen; Apell; Klopfen; Lockpfeife; Lockruf; Lockton; Positionierung; Referenz; Ruf; Rufen; Schrei; Schreien; Stimme; Telefonat; Telefongespräch; Telefoon; Verweisung; Überweisung
nombre	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Name
orgullo	Ehre; Ehrgefühl; Stolz	Arroganz; Hochmut; Hochmütigkeit; Stolz
prestigio	Ehre; Name; Ruf	Ansehen; Prestige
pundonor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
reputación	Ehre; Name; Reputation; Ruf; Schrei	Ansehen; Bekanntheit; Berühmtheit; Prestige; Ruhm
respeto	Ehre; Name; Ruf	Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Beachtung; Ehrengabe; Ehrerbietung; Ehrfurcht; Hochachtung; Huldigung; Respekt; Schonung; Schätzung; Verschonung; Wertung; Werturteil; Würdigung
respeto por uno mismo	Ehre; Selbstachtung	Eigenwert; Selbstachtung; Selbstwert
sentimiento de honor	Ehre; Ehrgefühl; Stolz
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
orgullo		anmaßend; aufgebläht; grandios; großartig; großzügig; gönnerhaft; hervorragend; ruhmreich; selbstgefällig; stattlich; stolz; trotzig

Synoniemen voor "Ehre":

Anerkennung; Ehrung

Wiktionary: Ehre

Ehre

noun

innere Würde
- Ehre → honor

Cross Translation:

From	To	Via
• Ehre	→ honor	↔ honour — token of praise or respect
• Ehre	→ elogio	↔ kudos — praise, accolades
• Ehre	→ honor	↔ eer — aanzien, roem
• Ehre	→ homenaje	↔ hommage — (term, Jurisprudence féodale) devoir que le vassal tenir de rendre au seigneur dont son fief relevait.
• Ehre	→ honor	↔ honneur — sentiment d’une dignité morale, estimer plus haut que tous les biens, et qui porter certaines personnes à des actions loyales, nobles et courageux.

Verwante vertalingen van Ehre

Remove Ads

Vertaal Ehre van Duits naar Spaans

Uitgebreide vertaling voor Ehre (Duits) in het Spaans

Ehre:

Ehre [die ~] zelfstandig naamwoord

die Ehre (Ehrgefühl; Stolz)

die Ehre

die Ehre (Ruf; Name)

die Ehre (Reputation; Name; Schrei; Ruf)

die Ehre (Glorie; Ruhm)

die Ehre (Selbstachtung)

Vertaal Matrix voor Ehre:

Synoniemen voor "Ehre":

Wiktionary: Ehre

Verwante vertalingen van Ehre