Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Fortführen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fortführen (Duits) in het Spaans

Fortführen:

Fortführen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fortführen (Abführen; Wegführen)
    el llevarse

Vertaal Matrix voor Fortführen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llevarse Abführen; Fortführen; Wegführen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
llevarse abbauen; abführen; abnehmen; abschwächen; abtragen; davontragen; entnehmen; fallen; fortbringen; fortfahren; fortführen; fortnehmen; fortschaffen; fortschleppen; forttragen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; mindern; nachlassen; rauben; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; setzen; sinken; sparen; stehlen; verknappen; vermindern; verringern; versiegen; wegbringen; wegführen; wegholen; wegnehmen; wegschaffen; wegschleppen; wegtragen; zurückgehen; zusammengehen