Duits

Uitgebreide vertaling voor Frist (Duits) in het Spaans

Frist:

Frist [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Frist (Einsendeschluß)
    la hora de cierre
  2. die Frist (Einsendeschluß)
    la fecha de vencimiento; el se conserva hasta
  3. die Frist (Einsendeschluß; Termin; Zeitraum; )
    la fecha de clausura; la fecha tope
  4. die Frist (Zeitabschnitt; Periode; Epoche; Zeitraum; Zeitalter)
    el período; la época
    • período [el ~] zelfstandig naamwoord
    • época [la ~] zelfstandig naamwoord
  5. die Frist (Termin; Zeitlimit)
    la fecha de clausura; la fecha límite; el límite de tiempo; la fecha tope
  6. die Frist (Aufschub; Vertagung; Verzögerung; Galgenfrist; Verschiebung)
    la remisión; la demora; el desplazamiento; el descanso; el traslado; el respiro; el aplazamiento
  7. die Frist (Bedenkzeit)
    el respiro; el respiradero; el plazo para reflexionar; el plazo de reflexión

Vertaal Matrix voor Frist:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aplazamiento Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Aufschub; Unterbrechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
demora Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Aufenthalt; Aufschub; Ausstand; Unterbrechung; Verschiebung; Verzögerung
descanso Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Arbeitspause; Aufschub; Ausspannung; Entspannung; Erholung; Erholungspause; Essenszeit; Mittagspause; Pause; Ruhepause; Ruhepunkt; Schulpause; Spielzeit; Unterbrechung; Verschiebung; Verzögerung
desplazamiento Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Manöver; Scheingefecht; Scheinkampf; Schwanken; Umleitung; Umstellung; Verdrängung; Verlegen; Verlegung; Verschiebung; Versetzung; Verstellen; Wechsel
fecha de clausura Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne Datumsgrenze; Zeitlimit; letzter Tag
fecha de vencimiento Einsendeschluß; Frist Ablaufdatum; Fälligkeitsdatum; Verfalldatum; Verfalltag
fecha límite Frist; Termin; Zeitlimit Stichtag; äußerste Datum
fecha tope Einsendeschluß; Frist; Phase; Spielzeit; Termin; Zeitabschnitt; Zeitbestimmung; Zeitlimit; Zeitraum; Zeitspanne
hora de cierre Einsendeschluß; Frist
límite de tiempo Frist; Termin; Zeitlimit Planungszeitraum; Zeitbestimmung
período Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum Abschnitt; Entwicklungsphase; Interim; Menstruation; Parcours; Periode; Phase; Spanne; Stadium; Strecke; Termin; Uhr; Unwohlsein; Weilchen; Zeit; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne; Zwischenraum; Zwischenzeit
plazo de reflexión Bedenkzeit; Frist
plazo para reflexionar Bedenkzeit; Frist
remisión Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Abschicken; Absenden; Postzustellung
respiradero Bedenkzeit; Frist Feuerloch; Feuerlöcher; Kellerschacht; Luftkanal; Luftloch; Luftröhre; Lüftungsschacht; Zugloch
respiro Aufschub; Bedenkzeit; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Aspiration; Atemzug; Aufschub; Außatmung; Einatmung; Inhalation; Unterbrechung; Verschiebung; Verzögerung
se conserva hasta Einsendeschluß; Frist
traslado Aufschub; Frist; Galgenfrist; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung Bewegung; Falsifikation; Fälschung; Imitation; Körperbewegung; Schwanken; Strafversetzugng; Transferierung; Umleitung; Umschlag; Umschulungf; Umzug; Verfälschung; Verlegen; Verlegung; Versetzung; Verstellen; Vertauschung; Wechsel; Überschreibung; Überweisung
época Epoche; Frist; Periode; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum Zeit; Zeitabschnitt; Zeitalter; Zeitraum; Zeitspanne

Synoniemen voor "Frist":


Wiktionary: Frist

Frist
noun
  1. spätester Zeitpunkt
  2. Zeitraum für ein bestimmtes Ziel oder Vorhaben

Cross Translation:
FromToVia
Frist fecha límite; requisito; compromiso deadline — date on or before which something must be completed
Frist plazo term — period of time, time limit
Frist plazo; término termijn — een vast tijdstip waarop iets gaat gebeuren of iets gebeurd moet zijn