Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Geigenbogen (Duits) in het Spaans

Geigenbogen:

Geigenbogen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Geigenbogen (Bogen)
  2. der Geigenbogen (Bogen; Streichbogen)
    el arco; el rasero; el arco de violín

Vertaal Matrix voor Geigenbogen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arco Bogen; Geigenbogen; Streichbogen Armbrust; Biegung; Bogen; Handbogen; Handbögen; Krümme; Krümmung; Kurve; Rundung; Suppe; Windung; Wölbung; Zeug
arco de un instrumento musical Bogen; Geigenbogen
arco de violín Bogen; Geigenbogen; Streichbogen
rasero Bogen; Geigenbogen; Streichbogen

Synoniemen voor "Geigenbogen":

  • Violinbogen; Violinenbogen