Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Handschuh:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handschuh (Duits) in het Spaans

Handschuh:

Handschuh [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Handschuh (Fäustling)
    el guante; el aparejo; la jarcia
    • guante [el ~] zelfstandig naamwoord
    • aparejo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • jarcia [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Handschuh:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aparejo Fäustling; Handschuh Apparat; Apparatur; Flaschenzug; Gerät; Hebeblock; Maschine; Schifftauwerk; Segelwerk; Seilwinde; Takelage; Tauwerk; Want
guante Fäustling; Handschuh
jarcia Fäustling; Handschuh Schifftauwerk

Wiktionary: Handschuh

Handschuh
noun
  1. Kleidungsstück, das Hand und Finger bedecken, wärmen und/oder schützen; aus den verschiedensten Materialien, zum Beispiel Leder, Wolle, Metall, Satin und für die verschiedensten Zwecke, zum Beispiel als Arbeitshandschuhe oder Ballhandschuhe

Cross Translation:
FromToVia
Handschuh guante glove — item of clothing
Handschuh guante handschoen — een handkledingstuk met aparte vingers
Handschuh guante gant — vête|fr objet d’habillement, qui couvrir la main et chaque doigt séparément.