Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Knorren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Knorren (Duits) in het Spaans

Knorren:

Knorren [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Knorren
    la hinchazón; el nudo; el bulto; el bollo; la brocha; la borla
    • hinchazón [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nudo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bulto [el ~] zelfstandig naamwoord
    • bollo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • brocha [la ~] zelfstandig naamwoord
    • borla [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Knorren (Narr am Hoff; Pinsel; Hanswurst; )
    el bufón
    • bufón [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Knorren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bollo Knorren Ball; Beule; Brötchen; Delle; Eindruck; Eindrücke; Einsenkung; Einstülpung; Gehirnkasten; Geschwulst; Höcker; Kaiserbrötchen; Kniff; Knoten; Knoten von Wolle; Kopf; Pünktchen; Schrippe; Schwellung; Schädel; Tumor; Tüpfelchen; Verbeulung; Wulst
borla Knorren Kauz; Narr; Verrückte
brocha Knorren Anstreichpinsel; Kauz; Malerpinsel; Narr; Pinsel; Verrückte
bufón Alberne; Ast; Geck; Hanswurst; Irrsinnige; Klunker; Knorren; Lackaffe; Narr am Hoff; Pinsel; Quast; Stutzer; Tor; Verrückte Armleuchter; Depp; Dumme; Dummkopf; Dussel; Einfaltspinsel; Ekel; Esel; Galgengesicht; Gangster; Gauner; Geck; Gänschen; Halunke; Hanswurst; Hofnarr; Idiot; Iltis; Irre; Irrsinnige; Kauz; Lausbub; Lump; Narr; Possenreißer; Racker; Schaf; Schafskopf; Schalk; Scherzbold; Schlauberger; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schussel; Schwachkopf; Spaßvogel; Spitzbube; Taugenichts; Tollkopf; Tor; Trottel; Tröttel; Tölpel; Unbedeutende; Verrückte; Verrückter; dummer August
bulto Knorren Ausstülpung; Beule; Blase; Buckel; Bund; Bündel; Geschwulst; Holpern; Höcker; Knoten; Kostüm; Kästchen; Paket; Postpaket; Päckchen; Quetschung; Quetschwunde; Rucksack; Schwellung; Stück; Tumor; Wulst
hinchazón Knorren Anschwellung; Aufgeblasenheit; Aufgedunsenheit; Aufgeschwollenheit; Ausdehnung; Beule; Deklamation; Geschwollenheit; Höcker; Quetschung; Quetschwunde; Schwellung; Verdickung; Wulst
nudo Knorren Abteilung; Gelenk; Gelenkknubbel; Geschäftsstelle; Laufknoten; Schlinge; Sektion
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bufón amüsant; drollig; ergötzlich; humoristisch; humorvoll; komisch; lustig; possenhaft; schalkhaft; spaßhaft; spaßig; ulkig; witzig