Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Krönung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Krönung (Duits) in het Spaans

Krönung:

Krönung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Krönung
    la subida al trono
  2. die Krönung
    el premio
    • premio [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. die Krönung (Vereidigung; Beeidigung; feierliche Einsetzung)
    la instalación; la inauguración

Vertaal Matrix voor Krönung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inauguración Beeidigung; Krönung; Vereidigung; feierliche Einsetzung Einsegnung; Einsetzung; Einweihung; Einweihungsfest; Heiligung; Inauguration; Initiatie; Initiation; Weihe
instalación Beeidigung; Krönung; Vereidigung; feierliche Einsetzung Anlegen; Anschlagen; Anstellung; Bau; Beschäftigung; Ernennung; Installation; Job; Montagen; Raum; Zusammensetzung; Zusammenstellung
premio Krönung Aufgeld; Aufschlag; Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Bonus; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Extravergütung; Finderlohn; Gage; Gehalt; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Hauptgewinn; Haupttreffer; Honorar; Lohn; Prämie; Tantieme; Verdienst; Versicherungsprämie; Zuschlag
subida al trono Krönung

Synoniemen voor "Krönung":


Wiktionary: Krönung


Cross Translation:
FromToVia
Krönung coronación coronation — the act or solemnity of crowning