Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Müssen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Müssen (Duits) in het Spaans

Müssen:

Müssen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Müssen (Sollen)
    el deber
    • deber [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Müssen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deber Müssen; Sollen Pflicht
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
deber abheben; andrehen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausnehmen; auspumpen; ausschöpfen; borgen; entlehnen; entnehmen; erreichen; gehören; heranziehen; herausnehmen; hervorziehen; holen; leihen; schaffen; schulden; schöpfen; treiben; verpflichtet sein an; werden; ziehen

Verwante vertalingen van Müssen