Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Mischen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Mischen (Duits) in het Spaans

Mischen:

Mischen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Mischen (Mixen; Mengen; Vermischen)
    el mezclar; el derretimiento; la mixtura; la fusión
  2. Mischen
    la combinación

Vertaal Matrix voor Mischen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
combinación Mischen Anschluß; Beziehung; Bindung; Einheitlichkeit; Farbschema; Gemeinschaft; Join; Kombination; Kopplung; Schema; Unterkleid; Verband; Verbindung; Verknüpfung; Zusammenfügung; Zusammenführung; Zusammenhang; Zusammenlegung; Zusammenschluß; zusammenführen
derretimiento Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen Schmelzen
fusión Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen Amalgamation; Durcheinander; Fusion; Gemisch; Melange; Mengen; Mischung; Schmelze; Schmelzen; Vermischung; Verschmelzung; Zusammenschluß; Zusammenschmelzung
mezclar Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen
mixtura Mengen; Mischen; Mixen; Vermischen Durcheinander; Gemisch; Melange; Mischung; Vermischung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mezclar anfügen; anrühren; beifügen; beigeben; beimischen; bewegen; durcheinanderbringen; durcheinanderwerfen; durchschütteln; hineintun; hinzufügen; hinzukommen; hinzulegen; hinzumengen; hinzumischen; mengen; mischen; rühren; vermengen; vermischen; verwechseln; zufügen

Wiktionary: Mischen


Cross Translation:
FromToVia
Mischen mezcla; mixtura mélangeaction de mélanger ou résultat de cette action.

Verwante vertalingen van Mischen