Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Motor:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Motor (Duits) in het Spaans

Motor:

Motor [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Motor (Antrieb; Antriebskraft; Triebkraft)
    la fuerza motriz; la impulsión; la propulsión; la fuerza propulsora
  2. der Motor

Vertaal Matrix voor Motor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
fuerza motriz Antrieb; Antriebskraft; Motor; Triebkraft Antrieb; Antriebskraft; Schub; Triebkraft
fuerza propulsora Antrieb; Antriebskraft; Motor; Triebkraft Antrieb; Antriebskraft; Schub; Stagnation; Stauen; Stauung; Stillstand; Stockung; Triebkraft; Verstopfung
impulsión Antrieb; Antriebskraft; Motor; Triebkraft Ahnung; Antriebmechanismus; Einfall; Eingebung; Impuls; Instinkt; Intuition; Vorgefühl
propulsión Antrieb; Antriebskraft; Motor; Triebkraft Antrieb; Antriebskraft; Energie; Fortbewegung; Kraft; Schub; Stagnation; Stauen; Stauung; Stillstand; Stockung; Triebkraft; Verstopfung
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
motor Motor

Synoniemen voor "Motor":

  • treibende Feder; treibende Kraft; Treibkraft; Triebfeder; Triebkraft

Wiktionary: Motor

Motor
noun
  1. Technik: antreibende Maschine

Cross Translation:
FromToVia
Motor motor engine — mechanical device
Motor motor motor — engine
Motor motor motor — krachtbron
Motor motor moteur — anatomie|fr muscles qui font se mouvoir un membre.