Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Säbel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Säbel (Duits) in het Spaans

Säbel:

Säbel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Säbel (Degen; Schwert; Klinge; Rapier)
    la espada; la cuchilla; el sable
    • espada [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuchilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • sable [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Säbel
    el sable; la arma blanca
  3. der Säbel (Schwerter; Degen)
    la orzas
    • orzas [la ~] zelfstandig naamwoord
  4. der Säbel (Klinge; Schwert; Schneide; Degen; Rapier)
    la espada
    • espada [la ~] zelfstandig naamwoord

Säbel [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Säbel (Degen; Schwerter)
    el sables; la espadas; la orzas
    • sables [el ~] zelfstandig naamwoord
    • espadas [la ~] zelfstandig naamwoord
    • orzas [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Säbel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arma blanca Säbel
cuchilla Degen; Klinge; Rapier; Schwert; Säbel Degen; Haufen; Herde; Horde; Masse; Menge; Schar; Schwarm; Trupp; Volksmenge
espada Degen; Klinge; Rapier; Schneide; Schwert; Säbel Degen; Schwert
espadas Degen; Schwerter; Säbel Pik; Schwerter; breite Degen
orzas Degen; Schwerter; Säbel
sable Degen; Klinge; Rapier; Schwert; Säbel Degen; Schlachtschwerte
sables Degen; Schwerter; Säbel

Synoniemen voor "Säbel":


Wiktionary: Säbel


Cross Translation:
FromToVia
Säbel sable sabre — light sword, sharp along the front edge, part of the back edge, and at the point
Säbel sable sabre — modern fencing sword modeled after the sabre