Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Samen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Samen (Duits) in het Spaans

Samen:

Samen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Samen (Keim)
    la semilla; el germen; el semen; el embrión; el orígen
    • semilla [la ~] zelfstandig naamwoord
    • germen [el ~] zelfstandig naamwoord
    • semen [el ~] zelfstandig naamwoord
    • embrión [el ~] zelfstandig naamwoord
    • orígen [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Samen (Sperma)
    el semen; el esperma
    • semen [el ~] zelfstandig naamwoord
    • esperma [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Samen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
embrión Keim; Samen Fetus
esperma Samen; Sperma
germen Keim; Samen
orígen Keim; Samen
semen Keim; Samen; Sperma
semilla Keim; Samen Saatgut; Samenkorn; Samenkörner

Synoniemen voor "Samen":


Wiktionary: Samen

Samen
noun
  1. ohne Plural: Sperma, Sekret der männlichen Geschlechtsdrüsen mit zahlreichen Samenzellen
  2. vielzelliger Fortpflanzungskörper der Samenpflanzen

Cross Translation:
FromToVia
Samen simiente zaad — een bevruchte kiem waaruit een nieuwe plant van dezelfde soort groeit
Samen semen zaad — zaadcellen uit de mannelijke geslachtsorganen van een mens of een dier
Samen semilla seed — fertilized grain
Samen semen seed — semen
Samen semen semen — male reproductory fluid
Samen semilla amandon — amande
Samen grano; semilla; partícula graine — Ovule fécondé qui donne de nouvelles plantes après dispersion et germination.
Samen semen; esperma semencegrain que l’on semer. — note : Il se dit particulièrement du froment, du seigle, de l’orge, de l’avoine et de quelques autres céréales.
Samen esperma sperme — physiologie|fr liquide émis lors de l’éjaculation et produit par les organes génital masculins. Il contient des spermatozoïdes en suspension dans le liquide séminal.

Verwante vertalingen van Samen