Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schlosser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schlosser (Duits) in het Spaans

Schlosser:

Schlosser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schlosser (Mechaniker; Monteur; Reparateur)
    el mecánico
  2. der Schlosser
    el tornero; el cerrajero
  3. der Schlosser
    el cerrajero
  4. der Schlosser
    el torneros
  5. der Schlosser
    el cerrajeros

Schlosser [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Schlosser
    el mecánicos

Vertaal Matrix voor Schlosser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerrajero Schlosser
cerrajeros Schlosser
mecánico Mechaniker; Monteur; Reparateur; Schlosser Fahrradmechaniker; Fahrradschlosser; Mechaniker; Reparateur; Techniker; Wiederhersteller
mecánicos Schlosser
tornero Schlosser Drechsler; Drechslerin; Holzbearbeiter; Holzdreher
torneros Schlosser Kunstdrechsler
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mecánico automatisch; maschinell; mechanisch; selbsttätig; werkzeuglich

Wiktionary: Schlosser

Schlosser
noun
  1. Handwerker oder Industriearbeiter, der Metall ver- oder bearbeitet oder Metallgegenstände repariert oder instand hält

Cross Translation:
FromToVia
Schlosser cerrajero locksmith — lock maker
Schlosser cerrajero slotenmaker — beroep|nld iemand die sloten en sleutels maakt