Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Sprößlinge:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Sprößlinge (Duits) in het Spaans

Sprößlinge:

Sprößlinge [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Sprößlinge (Stecklinge; Setzlinge)
    la punzada; el pinchazos

Sprößlinge [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Sprößlinge (Brut; Gezücht)
    la crías; el hijos; el descendientes; la nidada; la progenie

Vertaal Matrix voor Sprößlinge:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crías Brut; Gezücht; Sprößlinge
descendientes Brut; Gezücht; Sprößlinge Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt
hijos Brut; Gezücht; Sprößlinge Nachkommen; Nachkommenschaft; Nachwelt; Söhne; kleine Personen
nidada Brut; Gezücht; Sprößlinge Brut; Gesindel; Gezücht; Horst; Kanaille; Lumpengesindel; Nest; Pack; Pöbel; Sippschaft; Zucht
pinchazos Setzlinge; Sprößlinge; Stecklinge
progenie Brut; Gezücht; Sprößlinge
punzada Setzlinge; Sprößlinge; Stecklinge Injektion; Spritze