Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Tagedieb:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tagedieb (Duits) in het Spaans

Tagedieb:

Tagedieb [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tagedieb (Sclappschwanz; Bummler; Faulenzer; Müßiggänger)
    el vago; el perezoso; la perezosa; el holgazán
    • vago [el ~] zelfstandig naamwoord
    • perezoso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • perezosa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • holgazán [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tagedieb:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
holgazán Bummler; Faulenzer; Müßiggänger; Sclappschwanz; Tagedieb Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier; Herumlungerer; Meckerer; Trödler; Zauderer
perezosa Bummler; Faulenzer; Müßiggänger; Sclappschwanz; Tagedieb Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier
perezoso Bummler; Faulenzer; Müßiggänger; Sclappschwanz; Tagedieb Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier
vago Bummler; Faulenzer; Müßiggänger; Sclappschwanz; Tagedieb Drückeberger; Faulenzer; Faulpelz; Faultier; Herumlungerer; Meckerer; arbeitsscheu
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
perezoso arbeitsscheu; bekloppt; bequem; bescheuert; blöd; blöde; blödsinnig; denkfaul; dämlich; faul; flau; freudlos; geisteskrank; geistesschwach; gestört; idiotenhaft; idiotisch; irre; irrsinnig; lahm; langsam; lustlos; lässig; matt; meschugge; müde; nachlässig; närrisch; schlaff; schlapp; schleppend; schwerfällig; schwül; teilnahmslos; träge; trödelig; verrückt; verstört; wahnsinnig; wahnwitzig; wirr; übergeschnappt
vago angsterregend; arbeitslos; arbeitsscheu; ausgebleicht; bedrohlich; brenzlig; bösartig; böse; diesig; drohend; dumpf; dumpfig; dunkel; dunstig; düster; fahl; falb; farblos; faul; feindlich; finster; flau; fraglich; fragwürdig; furchtbar; furchterregend; gefährlich; geisterhaft; gespensterhaft; gespenstig; gespenstisch; glanzlos; grob; gruselig; haarig; halblaut; hinterlistig; matt; nebelhaft; nebelig; neblig; nicht sicher; nicht vertrauenswürdig; nichts tund; obskur; schal; schattenhaft; schaudererregend; schauderhaft; schauervoll; schaurig; schimmerhaft; schreckenerregend; schuftig; schwach; schwammig; sinister; teuflisch; trüb; trübe; unbestimmt; undeutlich; undurchsichtig; ungewiß; unheilverkündend; unheimlich; unklar; unsicher; untätig; unÜbersichtlich; vage; verschlissen; verschossen; verschwommen; verworren; welk; widerlich; zweifelhaft

Synoniemen voor "Tagedieb":


Wiktionary: Tagedieb

Tagedieb
noun
  1. abwertend: jemand, der nichts tut und dem Müßiggang frönt