Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Tick:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tick (Duits) in het Spaans

Tick:

Tick [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tick (Macke; Tic)
    la manía; el tic
    • manía [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tic [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Tick:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manía Macke; Tic; Tick Fimmel; Grille; Laune; Manie; Rage
tic Macke; Tic; Tick Charaktereigenschaft; Charakterzug; Eigenart; Eigenschaft; Nervenzucken; Takt

Synoniemen voor "Tick":