Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Wegdrehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Wegdrehen (Duits) in het Spaans

Wegdrehen:

Wegdrehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Wegdrehen (Abwenden; Abdrehen)
    el evitar; el apartar
    • evitar [el ~] zelfstandig naamwoord
    • apartar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Wegdrehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartar Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen Beiseite legen; Weglegen
evitar Abdrehen; Abwenden; Wegdrehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apartar abhängen; abkoppeln; ablegen; abschicken; abschieben; abschießen; absenden; absondern; abstellen; abtrennen; abwenden; akkomodieren; andrehen; auf die Seite legen; aufknoten; auflösen; aufmachen; auftrennen; auseinandersetzen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; aussondern; beherbergen; beiseitelegen; betten; einquartieren; einschicken; einsenden; einstallen; einstellen; fortsetzen; herumdrehen; hinlegen; isolieren; jemandem Unterkunft bieten; kehren; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; schicken; schwenken; separieren; sich drehen; spreizen; treiben; trennen; umdrehen; umkehren; unterbringen; unterstellen; verschicken; versenden; weglegen; wegschicken; wenden; zum Versand bringen; zurücklegen; zusenden
evitar abwehren; annehmen; aus dem Weg gehen; ausreißen; ausweichen; ausweichen vor etwas; bekommen; empfangen; entfliehen; entgegenehmen; entgehen; entkommen; entlaufen; entrinnen; entschlüpfen; entspringen; entweichen; entwenden; entwischen; erhalten; fliehen; flüchten; hinnehmen; hintergehen; hinterziehen; in Empfang nehmen; klauen; rauben; sich aneignen; sich wehren; stehlen; umzegeln; unterschlagen; verhehlen; verheimlichen; verhüten; vermeiden; veruntreuen; vorkommen; wegschnappen; wehren; zurückbehalten; zurückhalten; zuvorkommen; überholen