Duits

Uitgebreide vertaling voor Wegweiser (Duits) in het Spaans

Wegweiser:

Wegweiser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Wegweiser (kurze Anleitung; Leitfaden; Führer; Handbuch)
    el modo de empleo; el manual; la exploradora
  2. der Wegweiser (Reiseführer; Führer)
    el guía
    • guía [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Wegweiser
    el tablero indicador
  4. der Wegweiser (Handbuch)
    el poste indicador; el poste que enseña el camino

Vertaal Matrix voor Wegweiser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
exploradora Führer; Handbuch; Leitfaden; Wegweiser; kurze Anleitung Doktorvater; Förderer; Pfadfinderin; Promotor
guía Führer; Nachschlagewerk; Reiseführer; Wegweiser Ausbilder; Begleiterin; Doktorvater; Einschnitt; Fahrplan; Fahrpläne; Falz; Flugplan; Flugpläne; Fremdenführer; Fuge; Furche; Förderer; Führer; Führerin; Gebrauchsanweisung; Handbuch; Hauptmann; Kursbuch; Lehrmeister; Leitfaden; Lotse; Nute; Promotor; Reisebuch; Reiseführer; Reiseleiter; Schlitz; Spalt; Zeitplan
manual Führer; Handbuch; Leitfaden; Wegweiser; kurze Anleitung Fremdenführer; Führer; Gebrauchsanweisung; Handbuch; Leitfaden; Lesebuch; Reiseleiter
modo de empleo Führer; Handbuch; Leitfaden; Wegweiser; kurze Anleitung Gebrauchsanweisung; Handbuch; Leitfaden
poste indicador Handbuch; Wegweiser
poste que enseña el camino Handbuch; Wegweiser
tablero indicador Wegweiser
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
manual handwerklich; manuell; mit der Hand
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
guía Führungslinie

Synoniemen voor "Wegweiser":