Duits
Uitgebreide vertaling voor freilaufen (Duits) in het Spaans
freilaufen:
-
freilaufen (leerlaufen)
Vertaal Matrix voor freilaufen:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| andar libre | freilaufen; leerlaufen | losspringen |
| holgazanear | freilaufen; leerlaufen | bummeln; entladen nach der Arbeit; entspannen; faulenzen; fummeln; herumlungern; herumsitzen; herumstehen; pfuschen; sich herumtreiben; stümpern; trödeln; verzögern; zögern |