Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. garen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor garen (Duits) in het Spaans

garen:

garen werkwoord

  1. garen (garkochen; kochen)
    cocer

Vertaal Matrix voor garen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cocer garen; garkochen; kochen auskochen; einbacken

Synoniemen voor "garen":


Wiktionary: garen

garen
  1. transitiv: Lebensmittel erhitzen, um sie bekömmlich zu machen, etwas gar werden lassen

Cross Translation:
FromToVia
garen cocinar cook — prepare (food) for eating
garen cocer; cocinar cook — become ready for eating