Duits

Uitgebreide vertaling voor unfrei (Duits) in het Spaans

unfrei:

unfrei bijvoeglijk naamwoord

  1. unfrei (gezwungen; verbindlich; verpflichtet; obligatorisch)
    comprometido; atado; ligado; entregado a; obligado; obligatorio
  2. unfrei (gebunden; gezwungen)
    comprometido; obligado; ligado; obligatorio; atado; entregado a; careciendo libertad

Vertaal Matrix voor unfrei:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atado anketten; fesseln; ketten
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
atado gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet angekettet; aufgebunden; befestigt; festgebunden; gefasciniert; zugeknöpft; zusammengebunden
careciendo libertad gebunden; gezwungen; unfrei
comprometido gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet beteiligt an
entregado a gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet
ligado gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet
obligado gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet erforderlich; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; steif; unfreiwillig; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig; zwanghaft; zwangsmäsig; zwangsmässig
obligatorio gebunden; gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet bindende; erforderlich; gezwungen; imperativ; obligatorisch; ordnungsgemäß; pflicht; pflichtgemäß; reglementarisch; steif; unabweislich; unfreiwillig; verbindlich; verpflichtend; verpflichtet; vorschriftsmäßig; zwanghaft; zwangsmäsig; zwangsmässig; zwingend

Synoniemen voor "unfrei":