Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. verengen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verengen (Duits) in het Spaans

verengen:

verengen werkwoord (verenge, verengst, verengt, verengte, verengtet, verengt)

  1. verengen (verschmälern; engermachen; sich verengen)
    estrechar

Conjugations for verengen:

Präsens
  1. verenge
  2. verengst
  3. verengt
  4. verengen
  5. verengt
  6. verengen
Imperfekt
  1. verengte
  2. verengtest
  3. verengte
  4. verengten
  5. verengtet
  6. verengten
Perfekt
  1. habe verengt
  2. hast verengt
  3. hat verengt
  4. haben verengt
  5. habt verengt
  6. haben verengt
1. Konjunktiv [1]
  1. verenge
  2. verengest
  3. verenge
  4. verengen
  5. verenget
  6. verengen
2. Konjunktiv
  1. verengte
  2. verengtest
  3. verengte
  4. verengten
  5. verengtet
  6. verengten
Futur 1
  1. werde verengen
  2. wirst verengen
  3. wird verengen
  4. werden verengen
  5. werdet verengen
  6. werden verengen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verengen
  2. würdest verengen
  3. würde verengen
  4. würden verengen
  5. würdet verengen
  6. würden verengen
Diverses
  1. vereng!
  2. verengt!
  3. verengen Sie!
  4. verengt
  5. verengend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verengen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
estrechar engermachen; sich verengen; verengen; verschmälern einschnüren; klammern; umklammern; zwängen

Verwante vertalingen van verengen