Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vertonen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vertonen (Duits) in het Spaans

vertonen:

vertonen werkwoord (vertone, vertonst, vertont, vertonte, vertontet, vertont)

  1. vertonen
    componer
  2. vertonen (auf Musik setzen; komponieren)

Conjugations for vertonen:

Präsens
  1. vertone
  2. vertonst
  3. vertont
  4. vertonen
  5. vertont
  6. vertonen
Imperfekt
  1. vertonte
  2. vertontest
  3. vertonte
  4. vertonten
  5. vertontet
  6. vertonten
Perfekt
  1. habe vertont
  2. hast vertont
  3. hat vertont
  4. haben vertont
  5. habt vertont
  6. haben vertont
1. Konjunktiv [1]
  1. vertone
  2. vertonest
  3. vertone
  4. vertonen
  5. vertonet
  6. vertonen
2. Konjunktiv
  1. vertonte
  2. vertontest
  3. vertonte
  4. vertonten
  5. vertontet
  6. vertonten
Futur 1
  1. werde vertonen
  2. wirst vertonen
  3. wird vertonen
  4. werden vertonen
  5. werdet vertonen
  6. werden vertonen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde vertonen
  2. würdest vertonen
  3. würde vertonen
  4. würden vertonen
  5. würdet vertonen
  6. würden vertonen
Diverses
  1. verton!
  2. vertont!
  3. vertonen Sie!
  4. vertont
  5. vertonend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor vertonen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
componer auf Musik setzen; komponieren; vertonen Musik komponieren; ablegen; abstellen; anbringen; anfertigen; anstiften; antun; aufbauen; aufstellen; ausfertigen; auslösen; betten; bewirken; bilden; brühen; deponieren; einordnen; einräumen; einrücken; einsetzen; einstellen; einteilen; einweisen; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erstellen; erzeugen; fabrizieren; formen; formieren; fügen; gestalten; gruppieren; herstellen; hervorbringen; hinkriegen; hinlegen; hinstellen; ins Leben rufen; installieren; konstruieren; kreieren; laichen; legen; machen; plazieren; postieren; produzieren; schaffen; schalten; schlingen; schöpfen; setzen; skizzieren; stationieren; stecken; stellen; tun; unteraus legen; unterbringen; verfassen; verfertigen; vergeben; verlegen; verursachen
musicar auf Musik setzen; komponieren; vertonen
poner en música auf Musik setzen; komponieren; vertonen