Duits
Uitgebreide vertaling voor verwelken (Duits) in het Spaans
verwelken:
Conjugations for verwelken:
Präsens
- verwelke
- verwelkst
- verwelkt
- verwelken
- verwelkt
- verwelken
Imperfekt
- verwelkte
- verwelktest
- verwelkte
- verwelkten
- verwelktet
- verwelkten
Perfekt
- bin verwelkt
- bist verwelkt
- ist verwelkt
- sind verwelkt
- seid verwelkt
- sind verwelkt
1. Konjunktiv [1]
- verwelke
- verwelkest
- verwelke
- verwelken
- verwelket
- verwelken
2. Konjunktiv
- verwelkete
- verwelketest
- verwelkete
- verwelketen
- verwelketet
- verwelketen
Futur 1
- werde verwelken
- wirst verwelken
- wird verwelken
- werden verwelken
- werdet verwelken
- werden verwelken
1. Konjunktiv [2]
- würde verwelken
- würdest verwelken
- würde verwelken
- würden verwelken
- würdet verwelken
- würden verwelken
Diverses
- verwelk!
- verwelkt!
- verwelken Sie!
- verwelkt
- verwelkend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor verwelken:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| marchitarse | Verblühen; Verwelken; Welken | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| marchitarse | ersterben; verblühen; verdorren; verwelken | verschwinden |
| resecarse | ersterben; verblühen; verdorren; verwelken | dürftiger werden; rauher werden |