Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. vorwärtsgehen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor vorwärtsgehen (Duits) in het Spaans

vorwärtsgehen:

vorwärtsgehen werkwoord

  1. vorwärtsgehen (vorausgehen; vorwärtsfahren; anführen)
    progresar; avanzar; adelantar; preceder

Vertaal Matrix voor vorwärtsgehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avanzar Fortschrittemachen
progresar Fortschrittemachen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
adelantar anführen; vorausgehen; vorwärtsfahren; vorwärtsgehen Passieren; anrücken; auslegen; beeilen; eilen; hasten; heranrücken; hetzen; jagen; sich beeilen; sputen; vorbeifahren; vorstrecken; vorwärtskommen; vorübergehen; weiterkommen; wetzen; überholen
avanzar anführen; vorausgehen; vorwärtsfahren; vorwärtsgehen Gewalt gebrauchen; ablaufen; anrücken; aufmarschieren; aufrücken; ausrücken; beeilen; befördert werden; durchführen; durchsetzen; eilen; erzwingen; fortschreiten; hasten; heranrücken; hetzen; jagen; schreiten; sich beeilen; sputen; vergehen; verstreichen; vorausbringen; vorbei gehen; vorwärtskommen; weiterkommen; wetzen
preceder anführen; vorausgehen; vorwärtsfahren; vorwärtsgehen anordnen; befehlen; führen; gebieten; kommandieren; leiten; lenken; steuern; verordnen; vorangehen; vorausgehen; vorhergehen
progresar anführen; vorausgehen; vorwärtsfahren; vorwärtsgehen anrücken; heranrücken; vorwärtskommen; vorwärtsstreben; weiterkommen

Wiktionary: vorwärtsgehen


Cross Translation:
FromToVia
vorwärtsgehen avanzar vooruitgaan — naar voren gaan