Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bonus (Duits) in het Spaans

Bonus:

Bonus [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bonus (Zuschlag; Prämie; Aufschlag; )
    el suplemento; la bonificación; el premio; el subsidio; la prima; la gratificación; el plus; la paga extraordinaria; el dividendo

Vertaal Matrix voor Bonus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bonificación Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote
dividendo Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote
gratificación Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Versicherungsprämie
paga extraordinaria Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag
plus Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag
premio Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Belohnung; Besoldung; Bezahlung; Einkommen; Einkünfte; Entgeld; Finderlohn; Gage; Gehalt; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gewinnbeteiligung; Gewinnquote; Gratifikation; Hauptgewinn; Haupttreffer; Honorar; Krönung; Lohn; Prämie; Tantieme; Verdienst; Versicherungsprämie
prima Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Ausgleich; Begleichung; Beibezahlung; Entgegenkommen; Entschädigung; Ersatz; Ersatzleistung; Gratifikation; Kompensation; Prämie; Vergütung; Versicherungsprämie; Zulage; Zuschuß
subsidio Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Arbeitslosengeld; Arbeitslosenhilfe; Arbeitslosenunterstützung; Auszahlung; Beihilfe; Beistand; Familienhilfe; Fürsorge; Hilfe; Hilfeleistung; Hilfsaktion; Hilfsmittel; Sozialhilfe; Stütze; Unterstützung; Wohlfahrtssorge
suplemento Aufgeld; Aufschlag; Bonus; Extravergütung; Gewinnanteil; Gewinnausschüttung; Gratifikation; Prämie; Tantieme; Zuschlag Additiv; Anfüllung; Anhang; Appendix; Beendung; Beibezahlung; Beifügung; Ergänzung; Erweiterung; Fertigstellung; Hinzufügung; Nachtrag; Supplement; Vollendung; Zufügung; Zulage; Zusatz

Synoniemen voor "Bonus":


Wiktionary: Bonus


Cross Translation:
FromToVia
Bonus bonificación bonus — extra amount of money given as a premium
Bonus incentivo incentive — cash bonus



Spaans

Uitgebreide vertaling voor Bonus (Spaans) in het Duits

bonus:

bonus [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el bonus (prima; premio; cuota; recompensa)
    die Gratifikation; die Prämie

Vertaal Matrix voor bonus:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Gratifikation bonus; cuota; premio; prima; recompensa bonificación; dividendo; gratificación; paga extraordinaria; plus; premio; prima; subsidio; suplemento
Prämie bonus; cuota; premio; prima; recompensa bonificación; cuota; dividendo; gratificación; incremento salarial; paga extraordinaria; participación en los beneficios; plus; premio; prima; prima de seguro; repetición; subsidio; suplemento